Wetgeving
Er zijn een aantal wetten waarmee men te maken krijgt als men het heeft over plaagdieren. Dit zijn onder meer:
Omgevingswet
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. De Omgevingswet voegt oude wetten samen (waaronder de komen te vervallen Wet Natuurbescherming) en staat voor een goede balans tussen benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. Onder de wet geldt een algemene zorgplicht. Dit houdt in dat overheden, bedrijven én burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving.
In de Omgevingswet, onderdeel Besluit activiteiten leefomgeving, staat beschreven welke middelen wel en niet gebruikt mogen worden voor het vangen en doden van dieren. Klemmen, lijm en rodenators zijn voorbeelden van deze ‘verboden vangmiddelen’. Echter, voor klemmen geldt een uitzondering en mogen ze gebruikt worden als ze alleen geschikt en bestemd zijn voor het vangen en doden van mollen, zwarte- en bruine ratten of huismuizen.
Tevens staat in het Besluit activiteiten leefomgeving (Artikel 11.54) voor welke dieren een verbod geldt op het opzettelijk doden of vangen én het opzettelijk beschadigen of vernielen van de vaste voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren. Het verbod geldt niet als het gaat om het doden of vangen van de bosmuis, de huisspitsmuis en de veldmuis, of om het beschadigen of vernielen van hun vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen, voor zover deze dieren zich in of op gebouwen of daarbij behorende erven of roerende zaken bevinden.
Voor sommige dieren geldt dat zij landelijk of provinciaal zijn vrijgesteld. Dit houdt in dat zij, onder bepaalde omstandigheden, tóch mogen worden verstoord, gevangen of gedood. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij de Faunabeheereenheid in uw provincie.
Wet publieke gezondheid (Wpg)
De preventie en bestrijding van plaagdieren is verankerd in de Wet publieke gezondheid. De wet bepaalt dat de gemeente verantwoordelijk is voor de volksgezondheid bij het optreden van dierplagen en dus in gevallen dat die optreden nader onderzoek moet uitvoeren (bijv. inspectie van riolen) en in ernstige gevallen zelf handelend moet optreden. Volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) is de burgemeester verantwoordelijk voor de bestrijdingsmaatregelen als er gevaar is, of dreigt, voor de volksgezondheid. De Wpg heeft op deze wijze een vangnet functie. In hoofdstuk 2, paragraaf 4 onder artikel 6 staat beschreven dat het College van Burgemeester en Wethouders zorg draagt voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding, waaronder in ieder geval behoort: a. het nemen van algemene preventieve maatregelen op dit gebied.
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb)
De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) regelt de toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingmiddelen en biociden.
Gewasbeschermingsmiddelen bevatten 1 of meer actieve stoffen die zijn bestemd om planten of plantaardige producten te beschermen tegen schadelijke organismen.
Biociden zijn bestemd om schadelijke organismen te vernietigen, bijvoorbeeld als ongediertebestrijdingsmiddelen of als ontsmettingsmiddelen in zwembaden en ziekenhuizen. Ze worden gebruikt om bacteriën, algen, schimmels, onkruid, ongedierte, insecten, mieren, muggen en muizen te vernietigen of onschadelijk te maken.
De Wet gewasbescherming en biociden geeft uitvoering aan de Europese Biocidenrichtlijn 98/8/EG en de Europese Verordening (EG) nr. 1107/2009 voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.
Bouwbesluit en Woningwet
Het Bouwbesluit en de Woningwet bevatten voorschriften over het zodanig gebruik van een bouwwerk, open erf of terrein dat overlast door schadelijk of hinderlijk gedierte wordt voorkomen. De gemeente heeft de taak toe te zien op de naleving van deze voorschriften. Bij niet-naleving ervan ontstaat een overtreding waartegen direct handhavend kan worden opgetreden.
Gemeentewet
In artikel 125 van de Gemeentewet is geregeld dat een gemeente direct handhavend kan optreden ingeval van een overtreding, bijvoorbeeld van het Bouwbesluit. Ondanks het feit dat aanschrijving vooraf niet is vereist, zal in de meeste gevallen wel gebruik worden gemaakt van een schriftelijke aanschrijving.
Burgerlijk Wetboek
In het Burgerlijk Wetboek is aan de hand van het ‘Besluit kleine herstellingen‘ de verantwoordelijkheid vastgelegd ingeval van huur. De verantwoordelijkheid van de huurder omvat:
“Het bestrijden van ongedierte, voorzover daaraan geen noemenswaardige kosten verbonden zijn en voorzover de aanwezigheid van dit ongedierte geen gevolg is van de bouwkundige situatie van de woonruimte.”
Bovenstaande informatie is vooral belangrijk voor woningbouwverenigingen.