Houtwespen (Siricidae)
Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Siricidae (houtwespen)
Houtwespen zijn nathoutboorders: ze tasten staande, meestal ziekelijke- en gevelde bomen aan. Soms kunnen ze hun levenscyclus nog wel volbrengen in het in gebouwen verwerkte hout, maar hierin kunnen ze zich niet voortplanten. Houtwespen vormen geen gevaar voor mens en huisdier, en ook niet voor in huis aanwezige materialen.
In de Nederlandse bossen komen de hierboven afgebeelde grote houtwesp (Urocerus gigas L.), ook wel bekend als reuzenhoutwesp, en de gewone houtwesp (Sirex juvencus L.) voor.
Uiterlijk
De reuzenhoutwesp wordt 18-38 mm lang. Bij het wijfje is het achterlijf geel met een brede, zwarte band. Ze bezit een fors ontwikkelde legboor die naar achter uitsteekt en er angstaanjagend uit kan zien.
De gewone houtwesp wordt 12-32 mm lang. Het wijfje is zwart/blauw van kleur met een rood/gele band op het achterlijf. De poten zijn gedeeltelijk rood/geel. Ook bij deze soort bezit het wijfje een flinke legboor; deze kan wel 35 mm lang zijn.
De larven van beide soorten zijn witachtig van kleur en hebben de vorm van een cilinder. De kop is naar beneden gericht, de monddelen zijn goed ontwikkeld.
Ontwikkeling
Wespen ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult.
De ontwikkelingsduur van ei tot volwassen houtwesp bedraagt vaak meerdere jaren, gemiddeld 3 jaar. Dit kan uitlopen tot 10 jaar, vooral als het hout uitdroogt of verwerkt wordt.
Leefwijze
Houtwespen vliegen van juni tot september. De paring vindt plaats in de toppen van de bomen. Daarna boort het bevruchte wijfje met behulp van haar legboor een gat in de bast en zet haar eitjes afzonderlijk af in het hout van dennen en sparren, met een voorkeur voor bomen die niet helemaal gezond zijn. Ze kan honderden eitjes produceren.
Het wijfje bezit een ‘zakje’ (mycangium) waarin zei schimmelsporen van bijvoorbeeld de soort Amylostereum areolatum heeft opgeslagen. Met het afzetten van de eitjes worden ook enkele van deze schimmelsporen afgezet. Die sporen ontkiemen waarna zij beginnen met het verteren van lignine (het harde bestanddeel van hout) en ervoor zorgen dat het hout voor de larven beter verteerbaar wordt.
De larven bevinden zich meerdere jaren in het hout en vreten hierin lange gangen. De verpopping vindt in zo’n gang plaats. Volwassen houtwespen verlaten het hout door ronde uitvliegopeningen van 6 tot 10 mm doorsnede.
Beide hier genoemde wespensoorten worden regelmatig aangetroffen in geïmporteerd timmerhout, maar ook in hout van eigen bodem.
Schade
Houtwespen richten aan het in gebouwen verwerkte houtwerk slechts schade aan wanneer zij uitvliegen (zichtbare uitvliegopening). Ze knagen zich overal doorheen om naar buiten te komen; dit kan zelfs door vloerbedekking zijn. Ander hout in huis loopt geen gevaar voor aantasting door houtwespen, omdat zij zich binnenshuis niet kunnen voortplanten. Daarnaast komt het bijna nooit voor dat de draagkracht van hout wordt aangetast.
De aanwezigheid van houtwespen in “bouwhout” wordt verklaard door het feit dat pas gevelde stammen kennelijk een grote aantrekkingskracht hebben op de wijfjes om hun eitjes in af te zetten.
Terwijl de boomstammen tot timmerhout worden verwerkt, gaat de ontwikkeling van de larven in het hout gewoon door. Daarom kunnen na een aantal jaar volwassen houtwespen in werkplaatsen, woningen of andere gebouwen “plotseling” tevoorschijn komen. Het hout mag voor de houtwesp echter niet te droog en evenmin rot zijn. Het uitdrogen van het hout vertraagt de ontwikkeling van de houtwesp aanzienlijk.
Vanuit het standpunt van de bosbouw gezien, vormen houtwespen een belangrijk probleem. De wijfjes zetten bij voorkeur hun eitjes af in boomstammen die niet 100% gezond zijn. De aantasting van de boom wordt erdoor verergerd.
Bestrijding
Een bestrijding van houtwespen die uit pas verwerkt hout in gebouwen tevoorschijn komen, is overbodig. Het gaat vaak om slechts enkele exemplaren. Een bestrijding met chemische middelen zou bovendien totaal geen effect hebben.
Export
In Australië wenst men geen houtwespen te importeren. Al het hout dat naar Australië wordt geëxporteerd, ondergaat bij aankomst een grondige inspectie.
Het kan in sommige gevallen beter zijn om te zorgen voor een certificaat waaruit blijkt dat het hout verduurzaamd is. Dat is bijvoorbeeld aan te bevelen bij houten delen van een container, bij stuwhout of bij houten pallets.
Een andere mogelijkheid is om het hout, kort voor de verscheping, een hittebehandeling of gassing te laten ondergaan.
Voor meer informatie over dit onderwerp klik hier.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.