Berkenwants (Kleidocerys resedae (Panzer))
Orde: Hemiptera (snavelinsecten)
Familie: Lygaeidae (bodemwantsen)
Berkenwantsen komen in ons land algemeen voor en leven gedurende de zomer voornamelijk op katjes van berken. De wantsen kunnen ter verdediging een typische geur uitscheiden.
Karakteristiek voor wantsen zijn de vleugels: het voorste deel van de voorvleugels is dik en leerachtig, het achterste gedeelte daarvan en de achtervleugels zijn vliezig.
Uiterlijk
De berkenwants heeft een bonte roodbruine tekening en is 4 à 5 mm lang. Op de kop staan vrij lange antennen die bestaan uit 4 tot 5 delen.
Zoals vrijwel alle soorten wantsen heeft de berkenwants een kleine kop met stekend-zuigende monddelen.
Ontwikkeling en leefwijze
Wantsen ondergaan een onvolledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 3 stadia kent: ei–nimf–adult. De jonge wantsen (nimfen) zien er bij geboorte bijna hetzelfde uit als de volwassen insecten.
De berkenwantsen, evenals de nimfen, voeden zich met plantaardig materiaal. Ze zuigen aan rijpe en onrijpe zaden van de berk. Af en toe worden ook kleine insecten (en eitjes) uitgezogen.
In de zomer komen ze veelal voor op de katjes van berken. Zodra het kouder wordt, worden overwinteringsplaatsen gezocht op bijvoorbeeld fijnsparren en andere coniferen, maar ook in houtspleten, onder bast en onder droog stro.
In het voorjaar (april of mei) komen de wantsen uit hun overwinteringsplaatsen tevoorschijn om te paren. In mei of juni worden de eitjes vaak in groepjes afgezet op de onrijpe zaden. De nimfen komen hierdoor vaak in dichte groepen voor.
Schade
Schade aan planten wordt door deze soort niet veroorzaakt. Wel kunnen berkenwantsen, wanneer zij in grote aantallen voorkomen, als hinderlijk worden ervaren.
Wering en preventie
Vooral in het najaar komen soms aantallen berkenwantsen gebouwen binnen om daar te overwinteren. Overwogen kan worden naden en kieren e.d. te dichten, openingen af te sluiten met fijnmazig gaas en ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten te houden.
Binnengedrongen exemplaren kunt u het beste wegvangen en buiten uitzetten.
Een bestrijding met chemische middelen is niet noodzakelijk en daarom ongewenst.
Advies
Mochten de weringsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.