Bedwants (Cimex lectularius (L.))
Orde: Hemiptera (snavelinsecten)
Familie: Cimicidae (bedwantsen)
Bedwantsen komen over de hele wereld voor. Het zijn parasieten van warmbloedigen die in gebouwen leven. Ze voeden zich meestal met het bloed van de mens. Als bedwantsen in grote aantallen in een vertrek aanwezig zijn (bijv. in een slaapkamer), dan ruikt men een karakteristieke geur. Zij scheiden namelijk een olieachtige vloeistof uit waardoor een zoetige geur verspreid wordt.
Bedwantsen worden ten onrechte vaak wandluizen genoemd. Het zijn geen luizen, ze kunnen niet vliegen, maar wel snel lopen tegen wanden en plafonds.
Uiterlijk
Een volwassen bedwants heeft een sterk afgeplat, ovaalvormig (bijna rond) lichaam. De voorvleugels zijn slechts in aanleg aanwezig; de achtervleugels ontbreken geheel. De wijfjes zijn 4½ tot 9 mm lang, de mannetjes zijn gemiddeld iets kleiner. Bedwantsen zijn roodbruin van kleur. Als ze kort tevoren een bloedmaaltijd hebben genomen, is hun kleur donkerrood en is het achterlijf gezwollen.
Ontwikkeling
Wantsen ondergaan een onvolledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 3 stadia kent: ei–nimf–adult. De jonge bedwantsen (nimfen) zien er bij geboorte bijna hetzelfde uit als de volwassen insecten.
De eitjes van de bedwants worden in een in water oplosbaar “secreet” aan de kieren van meubels, bedstellen, wanden en in kledingstukken vastgeplakt. Bij kamertemperatuur komen de eitjes na 15 tot 22 dagen uit; na ca. 1½ maand zijn de jonge bedwantsen volwassen. De jonge wantsen doorlopen 5 stadia voordat ze volwassen zijn.
Bedwantsen parasiteren niet alleen op mensen, maar ook op warmbloedige huis- en laboratoriumdieren en op vogels. Zolang de temperatuur schommelt tussen 15-18°C kunnen de wantsen het meer dan 6 maanden uithouden zonder voedsel. Als zij hongerig worden, kunnen ze relatief grote afstanden afleggen op zoek naar gastheren. Daalt de temperatuur onder 15°C, dan staat de ontwikkeling stil en gaan de bedwantsen in een “winterslaap”, waarin zij zelfs langdurig vorsttemperaturen kunnen overleven.
Leefwijze
De bedwants komt vooral voor in slaapvertrekken. Eenmaal per 8 dagen is een bloedmaaltijd nodig, die zij halen bij de mens. Het bloedzuigen duurt 5 tot 10 minuten; ook voor iedere vervelling van de jonge bedwants is een bloedmaaltijd nodig. Na de nachtelijke bloedmaaltijd keren bedwantsen terug naar hun schuilplaats.
Overdag verbergen zij zich, onder meer onder losliggende vloerkleedjes en in spleten en kieren in wanden, vensterbanken en meubels. Let vooral op loszittend behang aan de bovenkant van de muren en het plafond; daar zitten bedwantsen graag vanwege de warmte die daar aanwezig is. Ook houden ze zich schuil in bedden (voornamelijk in de omgeving van het hoofdeinde), matrassen, in gordijnen, schoenen en kledingstukken, zelfs in lichtschakelaars en stopcontacten.
Verspreiding
Bedwantsen verspreiden zich naar aangrenzende woningen via scheuren en naden in muren of via de doorvoeropeningen van leidingen. Ook, en zelfs in belangrijke mate, vindt de verspreiding plaats via bagage, het transport van gebruikt meubilair en de toepassing van sloophout uit gebouwen waarin bedwantsen aanwezig zijn. Houd met deze aspecten rekening als u besluit om tot bestrijding over te gaan.
Hinder
Een bedwants veroorzaakt bij de gastheer een jeukende huidirritatie. Deze gaat na enkele dagen vaak gepaard met zwellingen. Mocht u vaker gestoken worden, dan kunt u zich onwel gaan voelen (bedwantsen hebben elke 8 tot 9 dagen één bloedmaaltijd nodig). Met de steek is een verspreiding van ziektekiemen theoretisch mogelijk, maar duidelijke voorbeelden hiervan zijn niet bekend.
Bestrijding
-
Heeft u bedwantsen geconstateerd, verplaats de betreffende goederen dan NIET uit de te behandelen ruimte(n) of woning zolang de bestrijding nog niet heeft plaatsgevonden.
-
Omdat de bedwantsen zo gemakkelijk verspreid kunnen worden, moet zeer zorgvuldig worden omgegaan met de inventaris uit de te behandelen woning, met de kleding, het beddengoed, etc.
-
Bedwantsen kunnen het beste worden bestreden door ter zake deskundigen. Zij zullen eerst inventariseren of, en zo ja: in welke mate, verspreiding naar aangrenzende woningen en/of ruimten heeft plaatsgevonden. Daarna wordt overgegaan tot het opstellen van een bestrijdingsplan, met daarin aandacht voor de volgorde van behandeling, de toe te passen bestrijdingsmethode en de keuze van toegelaten middelen.
Namen van bestrijdingsbedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel. Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.
-
De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en de Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide (= bestrijdingsmiddel) vermeld staan. In de ruimten waar bedwantsen worden aangetroffen, dient men alle spleten en kieren van wanden en vloeren te behandelen. Dat gebeurt met een biocide dat een residu achterlaat. Bedden en matrassen kunnen met een stoommachine worden behandeld.
-
Een andere manier om bedwantsen te bestrijden is door middel van een hittebehandeling. Temperaturen hoger dan 45°C gedurende ten minste een half uur, doden alle stadia van de bedwants.
Daarbij moet wel worden opgelet dat als slechts één kamer in een woning wordt behandeld en niet de gehele woning (gedeeltelijke hittebehandeling), de insecten zich proberen terug te trekken van de hittebron. Daarom is het raadzaam om bij een gedeeltelijke hittebehandeling in naastgelegen ruimten een naden- en kierenbehandeling met een biocide uit te voeren vóór aanvang van de hittebehandeling.
Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.
Tip
Beddengoed moet worden gewassen of anderszins worden gereinigd. Blijf alert op bedwantsen en meld het zo spoedig mogelijk aan het betrokken ongediertebestrijdingsbedrijf als u ze opnieuw signaleert. Na enkele weken dient te worden gecontroleerd of met de behandeling een volledig resultaat behaald is.
Waarschuwing
Voorkom contact van de biociden met o.a. speelgoed. Ruim het voorafgaand aan de bestrijding op. Bij een behandeling van de kasten kan het speelgoed in plastic zakken worden verpakt. Verplaats de zakken niet naar een andere ruimte!
Chemisch afval
Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.
Advies
Mochten de bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van dit advies, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Heeft u een plaagdier gevonden? In ons laboratorium kunnen onze biologen het beestje vaststellen waarmee u te maken heeft. Zo kunnen we u van een goed en onafhankelijk advies voorzien of maatregelen al dan niet nodig zijn. De kosten voor een dergelijke determinatie bedragen €74,00 excl. BTW.
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.