Stadsreus (6)

Reuzen [zweefvliegen] (Volucella sp. (Geoffroy))

Orde: Diptera (vliegen en muggen)
Familie: Syrphidae (zweefvliegen)

Reuzen zijn een genus zweefvliegen, waarvan de volgende vijf soorten in Nederland voorkomen:

  • De hommelreus (V. bombylans L.)
  • De wespreus (V. inanis L.)
  • De gele reus (V. inflata F.)
  • De witte reus (V. pellucens L.)
  • De hierboven afgebeelde stadsreus (V. zonaria Poda)

De larven van reuzen leven in nesten van bijen en andere sociale insecten, waar ze leven van afval en dode insecten.

larve Volucella sp. (reuzen) [KAD] Een larve van een reus.

Uiterlijk

Reuzen zijn relatief grote zweefvliegen met een gemiddelde lengte van 11-18 mm, afhankelijk van de soort. De stadsreus is zelfs de grootste zweefvlieg van Nederland met een lengte van 18-22 mm.

Enkele uiterlijke kenmerken van de vijf soorten betreffen:

  • De hommelreus (V. bombylans) heeft aantal verschillende kleurvariaties, die elk op veel voorkomende hommels lijken. Ze zijn het beste van hommels te onderscheiden door hun korte, dunne antennes en de grote facetogen;
  • De wespreus (V. inanis) heeft een zwart rugstuk, met brede gele banden op het achterlijf en donkere vleugeltoppen;
  • De gele reus (V. inflata) heeft een gele band op het achterlijf, een geelbehaarde borststukrug met gele zijranden en donkere vlekken halverwege de vleugels;
  • De witte reus (V. pellucens) lijkt op de gele reus, maar heeft een ivoorwit tot lichtgele band op het achterlijf en een zwartbehaarde borststukrug met zwarte zijranden;
  • De stadsreus (V. zonaria) heeft brede gele banden op het achterlijf, een roodbruine borststukrug en vleugels met een geel tot oranjerode gloed. De stadsreus kan hierdoor verward worden met de grootste wespensoort van Nederland: de Europese hoornaar (Vespa crabro). Ook in dit geval zijn de korte, dunne antennes en de grote facetogen kenmerken voor de reus en mist de stadsreus de zwarte vlekjes op het achterlijf, die de Europese hoornaar wel bezit.
Reuzen -met tekst- (Volucella)

Ontwikkeling en leefwijze

Eitjes van de hommelreus worden gelegd in ondergrondse hommelnesten, waar de uitgekomen larven zich voeden met afval en dode hommellarven.
De wespreus doet vrijwel hetzelfde, maar zoals de naam al doet vermoeden, heeft deze soort een voorkeur voor wespennesten. Hierbij worden de eitjes niet in, maar net buiten het nest gelegd, waarna de larve zelf het wespennest in kruipt. Wanneer de larve bijna volgroeid is, kruipt deze naar buiten om in de bodem te verpoppen.
De larvale leefwijze van de witte reus en stadsreus zijn vergelijkbaar met die van de wespreus.

Larven van de gele reus leven als enige niet in nesten van sociale hommels of wespen, maar in sapstromen op loofbomen veroorzaakt door de wilgenhoutrups. Aangenomen wordt dat gele reus-larven zich voeden met micro-organismen in deze sapstromen.

Zoals veel zweefvliegen zijn de volwassen individuen van alle reuzen bloembezoekers en dragen bij aan de bestuiving van bloemen en planten.

Overlast

Op basis van de biologie en leefwijze van de reuzen, is overlast voor de mens door deze soorten niet aannemelijk. Wel worden reuzen soms aangezien voor wespen of hoornaars, wat tot een schrikreactie kan leiden. Reuzen kunnen echter niet steken.

Als de voedselbron van de larven (het bijen- of wespennest) zich in huis bevindt, is het mogelijk dat u rondkruipende larven tegenkomt die op zoek zijn naar een geschikte verpoppingsplek (veelal in de bodem). Gezien de nuttige functie van reuzen, kunt u overwegen om aangetroffen larven buiten uit te zetten.

Bestrijding

Larven van reuzen zijn opruimers in nesten van sociale insecten, de volwassen dieren zijn bloembezoekers. Omdat deze soorten geen overlast veroorzaken en nuttig zijn voor de bestuiving van planten, is een bestrijding niet gewenst.

Het verwijderen van de voedselbron (het bijen- of wespennest) is afdoende om de overlast van larven in huis te verhelpen.

Advies

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.