Horzels (Oestridae spp.)
Orde: Diptera (tweevleugeligen)
Suborde: Brachycera (vliegen)
Familie: Oestridae (horzels)
Horzels zijn voornamelijk hinderlijk voor vee. Twee voorbeelden zijn de runderhorzel (Hypoderma bovis L.) en schapenhorzel (Oestrus ovis L.). Het volwassen diertje is fors gebouwd en min of meer bedekt met zachte haren. Ze hebben erg kleine monddelen. Hoornaars en dazen worden in de volksmond ook nog wel eens horzels genoemd. In tegenstelling tot hoornaars en dazen kunnen horzels echter niet steken!
Ontwikkeling en leefwijze
Horzels leggen hun eitjes op dieren. De larven leven als parasieten in zoogdieren. Zij boren zich door de huid van de gastheer naar binnen. Als de larven dik en gestekeld zijn bevinden ze zich vlak onder de huid van de gastheer en maken ze daarin een opening voor de ademhaling. De weefsels rond de larve raken ontstoken waardoor builen ontstaan. Volwassen larven laten zich uit de builen vallen en verpoppen zich in de grond. De volwassenen (imago’s) eten niet en leven betrekkelijk kort.
Schade en maatregelen
Horzels beschadigen de huid van vee, die daardoor waardeloos kan worden. Tegen horzels zijn geen preventieve maatregelen mogelijk. Een eventuele bestrijding kan het best worden overgelaten aan een dierenarts.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.