Eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea (L.))
Orde: Lepidoptera(vlinders)
Familie: Notodontidae (tandspinners)
De eikenprocessierups is, anders dan veel mensen denken, een inheemse diersoort van Nederland. De eerste professionele bestrijdingsacties tegen de rups dateren al van 1800. De rups heeft brandharen die bij mens en dier voor irritatie kunnen zorgen.
Het KAD heeft voor alle geïnteresseerden een cursus over de eikenprocessierups. Klik hier voor meer informatie over de cursus.
Uiterlijk
De volwassen rups is 4 – 5 cm lang. De rugzijde is blauw-grijs gekleurd, buikzijde groen-grijs en ze hebben een grote, zwarte kop. Het lichaam is bedekt met lange witachtige haren, ingeplant op roodachtige “wratten”. Naast de normale haren komen honderdduizenden brandharen voor. Deze kunnen worden ‘afgeschoten’ wanneer de rupsen zich bedreigd voelen.
Leefwijze
De eikenprocessierups dankt zijn naam aan de manier waarop alle rupsen (in processie) over de bomen migreren tussen hun zelfgemaakte nest en de boomtoppen waar ze zich voeden met de jonge bladeren. De bladeren worden tot aan de nerf kaalgevreten (kenmerkend voor deze rups).
Tijdens het vervellen (5x per jaar) van april tot augustus kunnen de brandharen in de leefomgeving terechtkomen. Dit is mede mogelijk doordat de afgezette eitjes en nesten afgedekt worden met dergelijke haren. Brandharen die zich in de omgeving verspreiden kunnen tot wel 8 jaar actief blijven en irritaties veroorzaken.
Voor meer informatie kunt u de website van het Kennisplatform Processierups raadplegen.
Schade
Van de maand mei tot in augustus is het gevaar van overlast door de brandharen van de eikenprocessierups het grootst. Men kan bijvoorbeeld in contact komen met deze haren wanneer deze door de wind verspreid worden. Meestal gebeurt dit wanneer men langs besmette bomen wandelt of fietst. Ook het zwemmen in besmet oppervlaktewater kan voor flinke irritaties zorgen.
Wanneer de huid in contact komt met de brandharen ontstaat er een rode uitslag met bulten en sterke jeuk. Wanneer de brandharen contact maken met de ogen kunnen ze voor ontstoken oogwit en een brandend gevoel zorgen. Verder kan het inhaleren van de brandharen ook voor ontsteking van neus, keel en luchtwegen zorgen.
Het is van belang dat nadat u bent blootgesteld aan de brandharen van de eikenprocessierups, u niet krabt maar met een strip tape of plakband de huid afneemt en vervolgens met lauw water afspoelt. Dit is om de brandharen zoveel mogelijk van de huid te verwijderen. Daarnaast kan het helpen om besmette kleren direct te wassen. Indien u veel last ervaart raden wij u aan om contact op te nemen met uw huisarts.
Let er op dat ook huisdieren en vee ernstige irritaties ervaren van de brandharen. Houd bijv. honden bij het uitlaten uit de buurt van eikenprocessierupsnesten (aangelijnd houden), en zorg dat vee niet in het deel van de weide staat waar eikenprocessierupsnesten voorkomen in naastgelegen eiken. Raadpleeg voor meer informatie de website van het Kennisplatform Processierups.
Bestrijding
-
Wanneer u eikenprocessierups detecteert op gemeentegrond dan kunt u het best de gemeente of het KAD hiervan op de hoogte stellen. De gemeente zal vervolgens waar nodig maatregelen nemen.
-
Indien u eikenprocessierups op eigen terrein heeft, raden we u af om zelf deze te verwijderen of te bestrijden. Schakel altijd een deskundige in die met de juiste uitrusting en middelen te werk kan gaan om eigen letsel te voorkomen.
Namen van bestrijdingsbedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.