Naaktslakken (Arionidae en Limacidae)
Superorde: Pulmonata (longslakken)
Orde: Stylommatophora (land-longslakken)
Familie: Arionidae (wegslakken), Limacidae (aardslakken)
Naaktslakken zijn weekdieren uit de klasse buikpotigen (Gastropoda). Naaktslakken hebben in tegenstelling tot andere slakkensoorten geen slakkenhuis. Door het ontbreken van een slakkenhuis zijn ze gevoelig voor uitdroging. Ze komen dan ook pas tevoorschijn in vochtig weer en zijn voornamelijk in de avond en ‘s nachts actief om de zon en warmte te vermijden. Ze bewegen door het samentrekken van hun gespierde voet. Tijdens het voortbewegen laten ze een dikke laag slijm achter. Dit kan vervelend worden wanneer de slak in huis komt of over het tuinmeubilair kruipt. Naaktslakken eten het liefst vlezige plantenbladeren zoals sla en kool. Hierdoor kunnen ze als een plaag ervaren worden in de tuin of moestuin. Naaktslakken spelen echter ook een belangrijke rol in ecosystemen door het eten van rottend plantmateriaal en schimmels.
Soorten
De bekendste soorten zijn de naaktslakken die in de tuin voorkomen. De meeste soorten naaktslakken leven echter in de zee. De soorten op het land behoren tot de familie van de longslakken. De meest voorkomende soort in Nederland is de rode wegslak (Arion rufus L.). De meeste exemplaren zijn 10 tot 15 centimeter lang en 2 centimeter breed. De kleur van de rode wegslak kan verschillen: ze komen voor van oranje tot zwart. Ze hebben wel altijd een rode/oranje rand rondom de voet. Een andere veel voorkomende soort is de zwarte wegslak (Arion hortensis Férussac). De jonge slak is bruin en de volwassen slak is zwart. Maar ook andere kleuren zoals rood, oranje of grijs komen voor.
De lichte aardslak (Limacus flavus L.) en de tijgerslak (Limax maximus L.) worden vooral binnenshuis aangetroffen.
Voortplanting
Alle landnaaktslakken zijn tweeslachtig, dat betekent dat ze zowel de mannelijke als vrouwelijke slakken voortplantingsorganen hebben. Elke slak kan dus eitjes leggen, waardoor de aantallen slakken snel kunnen toenemen. Na het paren legt de naaktslak tientallen kleine transparante eitjes in groepjes in de grond, onder stenen, in rottend hout, in spleten of op andere beschutte plekken. Naaktslakken leggen soms hun eitjes in het najaar om de droge zomer te ontlopen. Na een paar weken komen de eitjes uit. De meeste soorten worden niet ouder dan een jaar.
Wering en bestrijding
De natuurlijke vijanden van de naaktslak zijn o.a. egels, mollen, dassen, muizen, kikkers, slangen en sommige vogelsoorten. Deze vijanden kunnen slakken wegvangen in de tuin maar dat zal vaak niet genoeg zijn om alle overlast te voorkomen.
Het kan erg vervelend zijn als naaktslakken het huis binnendringen. Ze laten slijmsporen achter en het is geen fris gezicht. Slakken in huis hebben altijd te maken met een vochtprobleem, omdat naaktslakken een vochtige omgeving nodig hebben. Bij overlast van naaktslakken in huis is het dan ook zaak om goed te ventileren en een droge omgeving te creëren. Als het vochtprobleem geen bouwkundige oorzaak heeft, moet naar andere oplossingen worden gezocht. Een te hoge grondwaterstand kan ook slakkenproblemen veroorzaken. De grond in de kruipruimte kan dan worden afgedekt met schelpen, kleikorrels, schuimbeton of kunststof bolletjes folie. Als dit niet werkt is het zaak om de ingangen van de slakken te blokkeren. Ze kunnen binnendringen via verschillende (kleine) openingen in het huis zoals: kruipruimten, ventilatieopeningen in muren of via andere kieren. Het blokkeren van deze ingangen helpt bij het buitenhouden van naaktslakken.
In de tuin is het verwijderen van materiaal waar de slakken onder kunnen schuilen belangrijk voor het onder controle houden van de plaag. Deze plekken kunnen bladhopen of gemaaid gras zijn, maar ook stenen of houten planken zijn gewilde schuilplaatsen voor slakken. De plekken kunnen vaak gevonden worden door het slijmspoor van de naaktslakken te volgen. Het helpt ook om meerdere avonden achter elkaar slakken te vangen en weg te gooien.
In tuincentra kunt u terecht voor verschillende typen slakkenkorrels. Lees de verpakking voor verdere instructies.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.