Stippelmotten/spinselmotten (Yponomeuta sp.)
Orde: Lepidoptera (vlinders)
Familie: Yponomeutidae (spinselmotten)
Stippelmotten worden ook wel spinselmotten genoemd. Ze kunnen in grote aantallen voorkomen en een struik of boom volledig van al zijn blad ontdoen. Zodra de larven ontpopt zijn, krijgt de desbetreffende struik weer nieuw blad; de struik gaat dus niet dood.
Ontwikkeling en leefwijze
De rupsen van deze familie stippelmotten leven in grote aantallen bijeen in uitgebreide spinsels. Gewassen die kunnen worden aangetast zijn onder andere meidoorn, wilg, appel en kers.
De motten zijn veelal wit gekleurd met zwarte stippen en vliegen omstreeks juli en augustus. Ze zetten hun eitjes dakpansgewijs over elkaar in groepjes af. Deze eihoopjes die zich op takken bevinden, worden afgedekt met een aan de lucht hard wordende stof. De eitjes komen nog vóór de herfst uit, maar de rupsen blijven tot het volgend voorjaar bij elkaar onder de beschermende bedekking.
In het voorjaar komen de rupsen tevoorschijn, begeven zich naar de pas uitgekomen blaadjes en vreten daar gangen in (dit wordt mineren genoemd).
Na enige dagen verlaten zij de gemineerde bladeren en vreten er uitwendig aan. Ze blijven echter in groepjes bij elkaar. Deze jonge rupsen zijn grijsgeel of wit, later hebben ze kenmerkende zwarte stippen. Spoedig worden kleine dichte spinsels gemaakt, die steeds verder worden uitgebreid. In deze spinsels vindt later ook de verpopping plaats.
Schade
Als het aantal rupsen groot is kunnen de bomen in korte tijd geheel kaal worden gevreten. Dit is een bekend verschijnsel dat plaatselijk in het gehele land kan worden waargenomen.
Meestal is de schade van geen enkele betekenis aangezien de bomen en struiken zich ook na geheel kaal te zijn gevreten, gemakkelijk herstellen.
De rupsen dienen als voedsel voor jonge vogels, met name voor mezen en zangvogels, die exact in deze tijd als de rupsen talrijk aanwezig zijn, hun jongen moeten voeden.
Een bestrijding met chemische middelen is niet mogelijk, omdat voor problemen van deze larven geen gewasbeschermingsmiddelen en/of biociden toegelaten zijn.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.