bloedrode roofmierFormica.sanguinea.

Bloedrode roofmier (Formica sanguinea (Latreille))

Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Formicidae (mieren)
Subfamilie: Formicinae (schubmieren)

De bloedrode roofmier komt voor op heidegronden en langs wegranden. Ze bouwen hun nesten bij voorkeur in boomstronken.

Uiterlijk

De kop en het bovenlijf zijn rood tot roodbruin van kleur. Het achterlijf is zwart met een dichte beharing.

Leefwijze

Mieren kennen een strikte taakverdeling: de koningin(nen) en de mannetjes zorgen voor de voortplanting en de werksters zorgen voor het verzamelen van voedsel, het verzorgen van het broed, het onderhoud van het nest en, in voorkomende gevallen, de verdediging van het nest. De bloedrode roofmier gebruikt werkster van andere mieren (van het subgenus Serviformica) om hun broed te verzorgen. Hiervoor roven ze werksterpoppen uit andere nesten en laten deze voor zich werken zodra ze uitkomen. Voor de voortplanting vindt een zogenaamde ‘bruidsvlucht’ plaats. De bevruchte koninginnen starten een nieuw nest of ze laten zich ‘adopteren’ door een nest van hun slaafsoort, hiervoor wordt de huidige koningin van het nest gedood, waarna de nieuwe koningin het nest voor zich laat werken.

Voedsel

De bloedrode roofmier leeft van koolhydraten en eiwitten. Ze kunnen dit halen uit andere, schadelijke insecten die worden gedood en genuttigd door de mieren. Ook eten ze de zoetige afscheiding die bladluizen produceren.

Schade

De mieren bouwen soms hun nesten onder een woning of in een spouwmuur. In het late najaar, winter en vroege voorjaar kunnen deze mieren dan voor veel overlast in de woning zorgen.

Bestrijding

Bij overlast in de onmiddellijke nabijheid van bebouwing kan het nestmateriaal samen met de mieren overgeschept worden en verplaatst worden. Het nest moet dan uitgestort worden in een bos minstens 1 kilometer van de bebouwing vandaan.

Advies

Mochten de bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van dit advies, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur