Behaarde bosmier (Formica rufa (L.))
Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Formicidae (mieren)
Subfamilie: Formicinae (schubmieren)
Behaarde bosmieren komen voornamelijk voor in naald- en loofbossen. Ze maken koepelnesten van takjes en naalden. De nesten zitten in de grond op ongeveer 30 centimeter diepte, waar de gemiddelde temperatuur tussen de 23 en 30°C ligt.
Uiterlijk
De behaarde bosmier lijkt veel op de kale bosmier (Formica polyctena), er zijn zelfs populaties van mieren met kenmerken van beide soorten. In dit geval is dus ook niet duidelijk om welke soort het gaat en wordt een hybride genoteerd. De werksters van de behaarde bosmier zijn vrij groot, namelijk 4 tot 9 millimeter. Ze zijn tweekleurig, roodbruin en donker. Het achterlijf is donker van kleur, dan komt een roodbruin borststuk en de kop is deels roodbruin en deels donker. De kop en het voorste deel van het borststuk zijn matig behaard, dit is ook het enige onderscheid met de kale bosmier die hier minder beharing heeft.
Leefwijze
Mieren kennen een strikte taakverdeling: de koningin(nen) en de mannetjes zorgen voor de voortplanting en de werksters zorgen voor het verzamelen van voedsel, het verzorgen van het broed, het onderhoud van het nest en, in voorkomende gevallen, de verdediging van het nest. De behaarde bosmier heeft meestal één nest en koningin per kolonie, maar het komt voor dat er in één kolonie meerdere koninginnen zijn. Hoe hoger de temperatuur is hoe meer activiteit de mieren zullen vertonen in en rondom het nest. Verder heeft deze soort een vast wegennet en gaan de werksters met meerderen tegelijk op pad. De mieren paren tijdens een zogenaamde bruidsvlucht, waarna de bevruchtte koningin uitvliegt om op een andere locatie een nest te stichten.
Voedsel
De behaarde bosmieren leven van koolhydraten en eiwitten. Ze kunnen dit halen uit andere, schadelijke insecten die worden gedood en genuttigd door de mieren. Ook eten ze de zoetige afscheiding die bladluizen produceren. De werksters van de behaarde bosmier hebben een speciale klier waaruit in het voorjaar voedsel wordt afgescheiden op het moment dat de temperaturen buiten het nest nog laag zijn.
Schade
De mieren bouwen soms hun nesten onder een woning of in een spouwmuur. In het late najaar, winter en vroege voorjaar kunnen deze mieren dan voor veel overlast in de woning zorgen.
Bestrijding
Het nestmateriaal met mieren kan overgeschept worden en worden uitgestort minstens 1 kilometer verderop in het bos. Wij adviseren vooraf een deskundige determinatie te doen voordat u de mieren bestrijd.
Advies
Mochten de bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van dit advies, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.