stofluis Liposcelis (Pscoptera) [CC0]

Stofluizen (Psocoptera)

Orde: Psocodea (stofluizen en echte luizen)
Onderorde:
Psocoptera (stofluizen)
Familie: o.a. Liposcelididae, Psyllipsocidae, Psocidae, Trogiidae
Genus: o.a. Dorypteryx, Ectopsocus, Lepinotus, Liposcelis

De naam “stofluizen” is enigszins verwarrend, aangezien deze insecten niets met luizen te maken hebben en evenmin iets met stof. Ze komen vaak juist voor in vochtige omgevingen. Binnen het insectenrijk behoren zij tot een aparte orde.

Uiterlijk

Stofluizen zijn kleine insecten tot maximaal 4 mm lang. Hun kleur is wit, grijs of donkerbruin. De eieren zijn tot 0,5 mm lang en ovaalvormig. Sommige soorten zijn gevleugeld, andere beschikken slechts over vleugelstompjes of hebben in het geheel geen vleugels. Veel soorten komen algemeen voor, zoals Liposcelis sp.
Stofluizen kunnen zich snel verplaatsen, veelal op een schoksgewijze manier.

stofluis Lepinotus (Pscoptera) [CC0] stofluis Dorypteryx (Psocoptera) Links: een stofluis uit het genus Lepinotus, rechts: een gevleugelde stofluis uit het genus Dorypteryx.

Ontwikkeling

Stofluizen ondergaan een onvolledige gedaanteverwisseling; dat wil zeggen dat de larve lijkt op een miniatuurversie van het volwassen insect.
De ontwikkelingsduur van ei tot volwassen stofluis is afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid en kan per soort sterk verschillen. Onder optimale omstandigheden kan de ontwikkeling binnen een maand voltooid zijn.
Ieder wijfje kan wel 100 eitjes leggen, waardoor stofluizen zich plaatselijk zeer snel kunnen vermeerderen. Volwassen stofluizen leven maximaal 6 tot 9 maanden. Temperaturen boven de 32°C zijn meestal dodelijk.

Leefwijze

Stofluizen komen vooral voor op donkere, vochtige plaatsen, met een voorkeur voor 75% relatieve luchtvochtigheid en een optimale temperatuur van 20 tot 25°C.
De aanwezigheid van stofluizen in gebouwen wijst daarom altijd op een vochtige ruimte of omgeving. Stofluizen leven namelijk van schimmels, die zich ontwikkelen op materiaal dat in vochtige toestand opgeslagen is, of in ruimtes die vochtig zijn. Ook in goederen die verpakt zijn in vochtige papieren of juten balen, kan men ze aantreffen. Soms verschijnen ze in grote aantallen in vochtige woningen, pakhuizen of boerderijen. De soorten die buiten leven, voeden zich met stuifmeelkorrels, met algen op boomschors of afgevallen takken en boomstronken, en met hele kleine zwammen op bladeren.

Oude vogelnesten kunnen eveneens veel stofluizen bevatten. Daarnaast komen stofluizen vaak voor in herbaria, insectenverzamelingen, tussen vochtig papier, in oude boeken en in vochtige vullingen van matrassen en kussens. Biezen matten en andere vloerbedekking van plantaardige herkomst vormen plaatsen waar vaak stofluizen gesignaleerd worden.
Soms signaleren wij veel stofluizen in een (nieuwe) rieten dakbedekking. Dit is tijdelijk. Bij een goede ventilatie zal zich hier een natuurlijk evenwicht herstellen tussen enerzijds de stofluizen, en anderzijds de roofinsecten en -mijten voor wie de stofluizen een lekker maal vormen.

Schade

De aanwezigheid van enkele stofluizen in een vertrek (van een woning of bedrijfsgebouw) of in opgeslagen producten, kan op zichzelf in het geheel geen kwaad. Zij vormen geen gevaar voor de gezondheid. Stofluizen die in grote aantallen voorkomen, kunnen wel enige materiële schade aanrichten.

Wering en bestrijding

De enig afdoende bestrijdingsmethode van stofluizen bestaat uit het opruimen of drogen van het materiaal waarin de schimmels voorkomen en de ruimte waarin zij zich bevinden. Dit laatste kan door flink te luchten bij droog weer of eventueel door de ruimte droog te stoken.

Toepassing van insecticiden heeft geen zin. Na kortere of langere tijd zullen opnieuw stofluizen gesignaleerd worden, waardoor de bespuiting meermaals herhaald zou moeten worden, met alle nadelige gevolgen die daarmee verbonden zijn.
Een blijvende oplossing wordt alleen verkregen door de relatieve luchtvochtigheid voorgoed te verlagen en voor voldoende ventilatie te zorgen in ruimten met stofluizen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een luchtontvochtiger.

Voorbeelden

  • Pas gebouwde huizen hebben vaak een betonnen vloer die nog niet door en door droog is. Soms is een stagnerende ventilatie van de kruipruimte en/of de spouwmuur de oorzaak. Soms ligt het aan het optrekkende vocht in de buitenmuur of aan de condensatie van waterdamp op de muur. In dergelijke gevallen is een deskundig bouwtechnisch (herstel)advies nodig.
  • Niet-afgewerkt spaanplaat in keukenblokken of in kasten, m.n. de zijkanten van werkbladen en de onderkant van de kasten, vormen een bron voor schimmelgroei. Door het schoonmaken met water neemt niet afgewerkt spaanplaat vocht op. Hierdoor ontstaat schimmelgroei. Goed drogen, bijv. met een heteluchtkachel of een föhn, en daarna afdichten met daartoe geëigend materiaal zal dit probleem oplossen.
  • Vochtige pallets waarop veel stofluizen voorkomen, kunnen door verhitting tot ca. 50°C gedurende tenminste een half uur, gedroogd worden. De aanwezige stofluizen worden dan gedood. Te oude pallets kunnen beter worden afgevoerd.

Advies

Mocht de werings- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.