Menacanthus_stramineus (mallophaga)

Haar- en veerluizen (Mallophaga)

Orde: Mallophaga (bijtende luizen)
Families: behorende tot een aantal families

Haar- en veerluizen zijn kleine tot zeer kleine, ongevleugelde insecten. Zij zijn tevens ectoparasieten op zoogdieren en vogels. Er is geen soort bekend die parasitair bij de mens leeft. Deze luizen worden ook wel bijtende luizen genoemd gezien de aanwezigheid van bijtende monddelen. In ons land zijn ca. 250 soorten bekend. Bijtende luizen (Engels: chewing lice, Duits: Federlinge) moeten niet verward worden met de zuigende luizen (orde der Anoplura).

Uiterlijk

Een adulte bijtende luis heeft een lengte van 0,5-6mm. In tegenstelling tot zuigende luizen is hun kop breder dan het borststuk. Hun lichaam is plat en de huid leerachtig. Ze hebben bijtende monddelen, korte poten met eventueel klauwtjes die vervormd zijn tot grijpklauwen om haren of veren te kunnen omklemmen. Er zijn 3 nimf stadia, waarbij de larve dus sterk gelijkend is op het volwassen exemplaar. De eitjes zijn klein en ovaal van vorm. Aan de top zijn zij afgesloten met een ‘dopje’ waardoor de larven naar buiten komen.

Ontwikkeling

Bijtende luizen hebben een onvolledige gedaanteverwisseling. Een wijfje legt tot wel 100 eitjes, die worden vastgekit aan haren of veren. Duur van het eistadium is afhankelijk van de temperatuur (bij 37°C is deze 4 dagen). Bij dezelfde temperatuur is de ontwikkelingsduur van de 3 nimfale stadia ca. 21 dagen.

Leefwijze

Bijtende luizen zijn parasitair op zoogdieren en vogels. Zij blijven hun volle levensduur op de gastheer. Deze luizen sterven na het verlaten van de gastheer. Ook haar- en veerluizen op een gestorven gastheer zijn ten dode opgeschreven. In sommige gevallen zuigen zij bloed van zoogdieren en vogels, maar voeden zich met name met haren, veren en andere bestanddelen van de huid. Zij houden van de lichaamswarmte van de gastheer.

Schade en hinder

De bijtende luizen voeden zich met bloed of andere lichaamsvloeistoffen van dieren. Ook veroorzaken zij ”gaten” in veren en kunnen in bijzondere gevallen vogels op deze wijze min of meer van hun verenkleed ontdoen. Haar- en veerluizen kunnen tevens ernstige huidirritatie veroorzaken indien grote aantallen aanwezig zijn. Diverse soorten kunnen ziekten overbrengen van de ene gastheer op de andere. Zo spelen zij een rol bij de verspreiding van bepaalde lintwormen.

Bestrijding

Verspreiding vindt vooral plaats bij direct contact. Bij aanwezigheid van haar- of veerluizen op huisdieren is het verstandig een dierenarts te raadplegen. Behandeling van de huisdieren met daarvoor toegelaten middelen kan plaatsvinden onder strikte naleving van de op het etiket vermelde Gebruiksaanwijzing!

Advies

Mochten de bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van dit advies, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.