Zwartbruine spekkever (Dermestes haemorrhoidalis (Küster))
Orde: Coleoptera (kevers)
Familie: Dermestidae (spektorren)
Spekkevers horen, net als tapijtkevers, tot de familie Dermestidae. Dat is niet verwonderlijk, want er zijn talrijke overeenkomsten in de leefwijze tussen beide groepen insecten. Beiden voeden zich met dierlijk materiaal. Spekkevers zijn qua uiterlijk gemakkelijk te onderscheiden van tapijtkevers; zij zijn beduidend groter en minder gevarieerd van kleur.
In Nederland komen de gewone spekkever (Dermestes lardarius L.) en de zwartbruine spekkever het meeste voor.
Algemeen
De spekkever dankt zijn naam aan de gerookte hammen en worsten waarin hij gevonden werd, die voorheen in boerderijen ’s winters aan de zolder hingen.
Zowel de larven als de volwassen kevers voeden zich met dode dieren of producten van dierlijke oorsprong. De spekkever wordt dikwijls aangetroffen in huiden, vleeswaren en andere producten waarin dierlijk materiaal verwerkt is. Ook in opgezette dieren, aas en beenderen komen we ze tegen. Tegenwoordig komen de larven van de spekkever ook voor in ventilatiekanalen van flatgebouwen, vaak gekoppeld aan de afzuigkap van keukens.
Uiterlijk
De zwartbruine spekkever is ovaal van vorm, heeft een lengte van 6 tot 9 mm en heeft dicht zwart behaarde dekschilden, met daar tussenin langere en kortere gele haren; deze wijzen alle richtingen op. De buikzijde is dichtbehaard met gele haren die allen dezelfde richting op staan.
De larven zijn met hun lengte van 12 tot 14 mm, flink groter dan volwassen spekkevers en zijn bedekt met stevige borstelachtige haren. Larven van de zwartbruine spekkever zijn bruin tot donkerbruin van kleur, met een lichtere band tussen de segmenten. Op het laatste achterlijfsegment hebben zij 2 doornachtige uitsteeksels.
Ontwikkeling en leefwijze
Kevers ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. De eitjes worden in kieren en spleten nabij de voedselbron gelegd. Afhankelijk van de temperatuur, komen de eitjes na ca. 2-9 dagen uit. De larven die uit de eitjes komen vreten continu en vervellen een aantal keer. Gedurende de gehele ontwikkeling zijn de larven lichtschuw. Tevens kunnen ze zich, wanneer ze gestoord worden, schijndood houden. Wanneer ze volgroeid zijn, verlaten zij hun voedselbron op zoek naar een geschikte verpoppingsplaats; bij voorkeur in een beschutte, droge omgeving.
De gehele ontwikkeling van ei tot imago duurt 1-8 maanden. Dit is volledig afhankelijk van de voedselbron, de temperatuur en de luchtvochtigheid. Een volwassen spekkever leeft ongeveer 3 maanden; onder gunstige omstandigheden langer. In de natuur zijn het zeer nuttige dieren, omdat zij dode dieren opruimen.
Schade
De larven van spekkevers kunnen hun voedselbronnen volledig vernielen. Daarnaast knagen ze dikwijls lange gangen door allerlei materialen die in de weg staan, voordat een verpoppingsholte wordt gemaakt. Als gevolg hiervan kunnen de larven soms schade veroorzaken aan leer, isolatiematerialen en houtwerk dat enigszins vochtig is geworden.
Wering en preventie
Om hinder en/of schade van spekkevers te voorkomen, moet u een goede hygiëne aanhouden. Daarnaast moet u voedselbronnen van de kevers opsporen, verwijderen en eventueel vernietigen. Ook is het van belang om de bewuste plaatsen grondig en nauwgezet schoon te maken. Mochten spekkevers voorkomen in ruimten met houten vloeren, houd rekening met vervuilde naden tussen de planken. Het is noodzakelijk om ook deze naden grondig te reinigen.
Zorg ervoor dat producten niet langdurig opgeslagen blijven, tenzij dit gebeurt bij een temperatuur lager dan 15°C en een relatieve luchtvochtigheid van maximaal 50%. Zorg tevens voor voldoende luchtcirculatie.
Sla –waar mogelijk– voorraden/voedingsmiddelen op in goed afsluitbare (kunststof) bakken of tonnen.
Bestrijding
Voor u met een bestrijding begint, dienen alle ontwikkelingsbronnen opgespoord en verwijderd te worden.
Spekkevers zijn zowel fysisch (met temperatuurveranderingen) als chemisch (met bestrijdingsmiddelen) te bestrijden.
Houd er rekening mee dat een chemische bestrijding in de directe omgeving van voedingsmiddelen, ongewenst is.
-
Fysische bestrijding d.m.v. koeling of verhitting:
Plaats aangetaste voorraden enige tijd in een vrieskist of vriescel. Alle stadia van de spekkever worden gedood bij een temperatuur van -20°C gedurende 3 dagen.
Men dient rekening te houden met een voorkoelperiode voordat ook in het binnenste van de voorraden de juiste temperatuur is bereikt.Ook een verhitting van de voorraad tot 60°C gedurende enkele uren, overleeft de spekkever niet.
-
Chemische bestrijding:
Behandel de plekken waar spekkevers zich ophouden met een biocide (=bestrijdingsmiddel) met residuele werking.De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan.
Wanneer u een werkzame stof of toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen: http://www.ctgb.nl
Namen van bestrijdingsbedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.
Chemisch afval
Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.
Advies
Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.