trogoderma granarium

Khaprakever (Trogoderma granarium (Everts))

Orde: Coleoptera (kevers)
Familie: Dermestidae (spektorren)

De larven van keversoorten uit het genus Trogoderma voeden zich met allerlei dierlijke en plantaardige producten, zoals veren, huiden, wol, maar ook met granen, graanproducten, deegwaren e.d. Het zijn in de gehele wereld belangrijke aantasters van opgeslagen voorraden graan.
In Nederland worden ze niet vaak aangetroffen. Mocht dit wel gebeuren, dan kan het gaan om:

  • T. versicolor Creutzer
  • T. variabile Ballion
  • De driebandkever (T. angustum Solier)
  • De khaprakever (T. granarium Everts); hierboven afgebeeld

Uiterlijk

De larven van deze vier soorten Trogoderma zijn ca. 6 mm lang en hebben een gesegmenteerd lichaam dat bedekt is met stevige borstelachtige haren. Ze variëren in kleur van geelwit tot donkerbruin.

De kevers zijn met hun lengte van 2-4 mm kleiner dan de larven en vaak lastig van elkaar de onderscheiden.
De khaprakever is geelbruin gevlekt. De driebandkever is  zwart/bruin gekleurd en heeft 2 banden met witte haren op de dekschilden. Ook T. versicolor en T. variabile zijn bruin/zwart gekleurd. Zij missen echter de witte banden.

Huidklachten

De pijlvormige haartjes van tapijtkeverlarven en andere Dermestidae kunnen bij sommige mensen een huidreactie oproepen die sterk lijkt op de bulten die worden veroorzaakt door bedwantsen. De huidreactie wordt ook wel tapijtkever-dermatitis, of carpet beetle dermatitis genoemd.

 

Het KAD heeft over huidklachten een informatief stuk geschreven dat u hier kunt lezen: Huidklachten – al dan niet veroorzaakt door geleedpotigen

Ontwikkeling en leefwijze

Kevers ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult.
Trogoderma-kevers ontwikkelen zich bij temperaturen tussen 21-40°C  met een optimum bij 35°C . Een luchtvochtigheid van 70% heeft de voorkeur; echter kunnen ze ook onder relatief droge omstandigheden overleven. Bij ongunstige omstandigheden kan de kever in diapauze gaan, wat wel enige jaren kan duren.

Afhankelijk van de temperatuur en de luchtvochtigheid komen de eitjes uit in 4-26 dagen, waarna de larven zich direct tegoed doen aan de dierlijke of plantaardige voedselbron waarop de eitjes gelegd waren, zoals veren, huiden, wol, granen, graanproducten, deegwaren, e.d.

Larven van de khaprakever geven de voorkeur aan granen en ander plantaardig materiaal. Zij zijn wereldwijd dan ook een belangrijke aantaster van opgeslagen voorraden graan.

Schade

De larven kunnen voor veel schade in producten zorgen. Naast de ontstane knaagschade raken producten ook vervuild met uitwerpselen, vervellingen en dode larven/kevers. De kwaliteit van de aangetaste voorraden loopt hierdoor sterk terug en dergelijke aangetaste voorraden zijn niet meer geschikt voor gebruik.

Wering en preventie

Om hinder en/of schade van Trogoderma-soorten te voorkomen, moet u een goede hygiëne aanhouden. Zorg ervoor dat producten niet langdurig opgeslagen blijven, tenzij dit gebeurt bij een temperatuur lager dan 15°C  en een relatieve luchtvochtigheid van maximaal 50%. Zorg tevens voor voldoende luchtcirculatie.
Sla voorraden/voedingsmiddelen op in goed afsluitbare (kunststof) bakken of tonnen. Daarnaast moet u de voedselbronnen van de kevers opsporen, verwijderen en eventueel vernietigen. Ook is het van belang om de bewuste plaatsen grondig en nauwgezet schoon te maken en schoon te houden.

Bestrijding

Een bestrijding bestaat in de meeste gevallen uit het opsporen van de ontwikkelingsbron en het opruimen daarvan.
Eventueel kan aansluitend een naden-en kierenbehandeling uitgevoerd worden met een daarvoor toegelaten biocide (= bestrijdingmiddel).
Houd er rekening mee dat het gebruik van biociden in de directe omgeving van voedingsmiddelen ongewenst is.

De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en de Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan.

Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.

Namen van bestrijdingsbedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.

Chemisch afval

Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met stichting Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.