Grote houtwormkever (Xestobium rufovillosum (Degeer))
Orde: Coleoptera (Kevers)
Familie: Anobiidae (Klopkevers)
De grote houtwormkever wordt ook wel bonte knaagkever of doodskloppertje genoemd.
Deze keversoort behoort evenals de gewone houtwormkever (Anobium punctatum Degeer) tot de klopkevers. De larven ontwikkelen zich bij voorkeur in eikenhout, al kan de ontwikkeling ook plaatsvinden in andere loofhoutsoorten. Een enkele keer worden ze aangetroffen in naaldhout, wanneer het naaldhout in de onmiddellijke omgeving van aangetast loofhout is verwerkt.
Uiterlijk
De volwassen grote houtwormkever is behaard en donkerbruin gekleurd met geelachtige spikkels. Hij wordt ongeveer 6-8 mm lang. De eitjes van de kever zijn wit en ongeveer 0,6 mm in doorsnede. Omdat ze zo klein zijn worden ze slechts zelden opgemerkt. De larve is geelachtig wit, gekromd en kan ± 11 mm lang worden. Hij heeft drie paar kleine pootjes en is bedekt met fijne haartjes. De pop is ca. 8 bij 3 mm groot en witachtig van kleur.
Ontwikkeling
Grote houtwormkevers ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. De ontwikkeling van ei tot kever duurt minstens 3 jaar en kan ook buitenshuis plaatsvinden.
Het wijfje legt 40-60 eitjes op ruw hout, in spleetjes en in gaatjes (bijvoorbeeld in uitvliegopeningen). Aangenomen wordt dat een deel van de kevers reeds in het hout paart, waarna de wijfjes de eitjes in het hout afzetten. De groei van de larven is afhankelijk van de aanwezigheid van houtrotverwekkende schimmels, die zich in het hout gevestigd hebben. Vooral hout dat vochtig is en waardoor “rot” ontstaat, wordt door deze insecten aangetast. De aantasting kan tot diep in het hout doorgaan.
De grote houtwormkever leeft zo’n 10 maanden, waarvan ongeveer 2 maanden buiten het hout (onder meer in holle ruimten in het hout). Ze verblijven tot het daarop volgende voorjaar in het hout. In april en mei komen de volwassen kevers tevoorschijn; in verwarmde gebouwen kan deze periode al beginnen in januari en doorlopen tot juni.
Ze verlaten het hout via zelf geknaagde uitvliegopeningen. Vaak bevinden zich grote aantallen uitvliegopeningen vlak bij elkaar, zodat het soms lijkt alsof een schot hagel op het hout is afgevuurd. De openingen zijn rond en 2,5-4 mm in doorsnede.
Leefwijze
De kevers vliegen in het voorjaar uit. Dit uitvliegen kan zowel aan de buitenkant van het hout als binnenin in een zogenaamde kraamkamer gebeuren. De kevers gaan dan paren, waarna de wijfjes eitjes gaan leggen. De paring zelf gebeurt vooral in de namiddag bij gunstige temperatuur. Zowel de mannetjes als de wijfjes tikken met hun kop tegen het hout om elkaar te lokken (‘klopkevers’): 6-8 snelle tikjes met korte tussenpozen. Hieraan hebben ze de bijnaam doodskloppertje te danken. Het bijgeloof wilde namelijk dat in gebouwen waar dit insect te horen was, binnenkort iemand zou sterven.
Schade
De grote houtwormkever tast vooral loofhout aan (eiken, iepen en kastanje). Daarnaast wordt soms grenen ook aangetast. De aantasting betreft zowel spint- als kernhout. Vooral hout van balkeinden en verbindingen worden aangetast.
Soms kan de grote houtwormkever ook nuttig zijn, vooral bij het opruimen van afvalhout.
Wering en preventie
Controleer het hout voor verwerking op aanwezigheid van houtwormkevers. Voor zover er niet reeds eitjes of larven in het hout aanwezig zijn, kunt u het hout preventief behandelen tegen aantasting door houtwormkevers met verf, vernis, beits, of lak. Het hout is beschermd als het rondom is voorzien van een goed dekkende laag.
Daarnaast zijn goede preventiemaatregelen het voorkomen van vochtoorzaken (doorslaande muren, optrekkend vocht e.d.) en het opheffen van lekkages. Verwijder sterk aangetaste houten balken en verbeter de ventilatie in de vertrekken.
Bestrijding
Een bestrijding bestaat allereerst uit het wegnemen van de vochtoorzaken. Tevens moet er een optimale ventilatie aanwezig zijn.
Onder deze omstandigheden zullen schimmels zich niet kunnen ontwikkelen of handhaven en zal ook de kever na verloop van tijd sterven. Grotere larven kunnen echter nog blijven leven in vrij droog hout (vochtgehalte ca. 12%), al verloopt de ontwikkeling dan wel trager.
Aangezien hiermee een aantal jaren gemoeid zijn, verdient het aanbeveling om deze kevers te bestrijden met een biocide (=bestrijdingsmiddel).
Aansluitend aan een bestrijdingsactie is het belangrijk om gedurende ca. 5 jaar een periodieke controle te houden op het resultaat van de bestrijding, door vast te stellen of er vers boormeel of nieuwe uitvliegopeningen worden aangetroffen.
-
Bestrijding:
Voordat een biocide wordt aangebracht, moet het te behandelen hout stofvrij worden gemaakt; oude beits-, verf- of laklagen dienen verwijderd te worden. Het heeft geen zin om geverfd hout te behandelen, omdat het gebruikte middel niet in het hout zal kunnen trekken.- Behandel het houtwerk met een in Nederland voor dat doel toegelaten biocide. Dit zijn over het algemeen kant en klare middelen op basis van organische oplosmiddelen of water. Het middel wordt op de aangetaste voorwerpen aangebracht d.m.v. bespuiting of wordt er met een kwast opgestreken.
- Een bestrijding van de schimmels kan worden uitgevoerd met een fungicide.
- Eventueel kunnen aangetaste balken onder druk geïnjecteerd worden, om zodoende voldoende middel in het hout te brengen. Let op: in monumenten is alleen drukloos injecteren toegestaan. Zie ook Uitvoeringsrichtlijn 5001 van Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg voor meer informatie.
Na behandeling de behandelde ruimten grondig ventileren.
-
Houtversteviging:
Soms is het noodzakelijk het aangetaste hout, nadat de bestrijdingswerkzaamheden zijn uitgevoerd, te verstevigen. Dit wordt gedaan door daartoe gespecialiseerde bedrijven en kan op de volgende manieren gebeuren:- Toepassing van een één-componentig product. In het algemeen wordt het product door injectie via de uitvliegopeningen (boorgaatjes) in het hout gebracht.
- Epoxyharssysteem met wapeningsstaven laten aanbrengen. Met behulp van deze houtrestauratietechniek kan de oorspronkelijke constructie behouden blijven zonder afbreuk te doen aan de sterkte-eigenschappen van het hout.
De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan.
Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide (=bestrijdingsmiddel) wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.
Namen van bedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.
Chemisch afval
Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.
Advies
Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.