Duitse kakkerlak

Duitse kakkerlak (Blattella germanica (L.))

Orde: Blattodea (kakkerlakken)
Familie:
Ectobiidae

Behalve in woonhuizen, komen Duitse kakkerlakken  in grote aantallen voor in bakkerijen, levensmiddelenbedrijven, hotels, restaurants, ziekenhuizen, vuilstortplaatsen en aan boord van schepen. Ze verspreiden een onaangename geur die door levensmiddelen wordt opgenomen. Deze geur wordt veroorzaakt door het uitscheidingsproduct van de rugklier.

Alleseters

Duitse kakkerlakken zijn alleseters. Zij voeden zich onder meer met levensmiddelen maar kunnen ook leven van dode dieren, uitwerpselen en afvalstoffen. Als gevolg daarvan kunnen zij dragers zijn van bacteriën en mijten. Mede doordat zij in aanraking komen met allerlei vuil, kunnen ze (onder bepaalde omstandigheden) ziekten overbrengen.

Hun aanwezigheid is in de directe omgeving van de mens volstrekt ongewenst. In de tropen zijn deze kakkerlakken natuurlijke “opruimers” en dienen zij als voedsel voor grotere dieren, waaronder vogels.

Uiterlijk

De Duitse kakkerlak is de meest voorkomende soort kakkerlak in Nederland. Een volwassen Duitse kakkerlak is 1,1-1,5 cm lang en gevleugeld. Duitse kakkerlakken vliegen alleen bij een zeer hoge luchttemperatuur. De kleur is strogeel tot lichtbruin met twee zwarte lengtestrepen op het borstschild; nimfen zijn donkerder van kleur. De mannetjes zijn slanker dan de vrouwtjes.

Ontwikkeling

De ontwikkeling van de Duitse kakkerlak vindt langzaam plaats. Het wijfje draagt de eitjes in een eipakket (cocon), dat ca. 30 stuks bevat. Dit draagt ze, afhankelijk van de luchttemperatuur, ongeveer 3-5 weken aan het achterlijf met zich mee voordat zij het op een willekeurige plaats afzet. Volwassen wijfjes produceren gedurende hun levensduur van ca. een half jaar, gemiddeld 7 eipakketten. Kort na het afzetten van een eipakket komen de vleugelloze larven uit. Zij doorlopen een ontwikkelingsperiode van 1½ maand waarin ze 6 maal vervellen voordat ze volwassen zijn (bij temperaturen lager dan 25°C duurt de ontwikkeling langer). Duitse kakkerlakken prefereren een temperatuur tussen 25 en 32°C en een relatieve luchtvochtigheid van 70% of hoger. Zij zijn gevoelig voor kou; een temperatuur van -4°C gedurende ca. 12 uur, is doorgaans fataal.

Leefwijze

Veel kakkerlaksoorten zijn lichtschuw; zo ook Duitse kakkerlakken. Overdag houden zij zich schuil op donkere, warme en vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij de motor van de koelkast (zie filmpje hieronder). ’s Nachts gaan zij op zoek naar voedsel. Voedselgebrek doorstaan kakkerlakken geruime tijd. Bij gebrek aan voedsel knagen ze aan o.a. papier en leer.

Wering

Duitse kakkerlakken verspreiden zich o.a. via gebruikte dozen, manden, kisten, containers en dergelijke die met bagage, verhuizingen en transporten worden binnengebracht. Om ze in gebouwen te weren zou dit binnenbrengen dus voorkomen moeten worden. Ook het beperken van het voedselaanbod door een zorgvuldige hygiëne kan bijdragen aan de wering van Duitse kakkerlakken. Op de eerste plaats kunt u ervoor zorgen dat daar waar ze hun voedsel vinden, meestal in de keuken, ’s nachts geen eten of etensresten te vinden zijn.

Met andere woorden: berg etenswaren op in goed afgesloten schalen, blikken, kunststof dozen en/of in de koelkast. Etensresten en keukenafval direct opruimen. Vuilnisemmers zorgvuldig afsluiten en bij voorkeur ‘s nachts buiten zetten. Daarnaast kan het dichten van doorvoeropeningen van leidingen en dergelijke bijdragen tot het beperken van de verspreiding van de kakkerlakken in een gebouw.

Inrichting

Het KAD adviseert bij nieuw in te richten keukens, badkamers, restaurants, bars, zieken- en verpleeghuizen en dergelijke om het creëren van schuilplaatsen voor insecten zo veel mogelijk te voorkomen. Ook een zorgvuldig gekozen situering van de keuken en een droge, koele opslagplaats voor levensmiddelen dragen bij aan het voorkomen van deze dierplaag.

Kosten

De Woningwet schrijft voor dat de gemeente in het kader van o.a. de volksgezondheid toezicht houdt op naleving van de hygiënevoorschriften en (indien nodig) de eigenaar van een woning sommeert om dierplagen te weren en/of te bestrijden. De eigenaar dient de door de gemeente noodzakelijk geachte werings- en bestrijdingsmaatregelen te (laten) treffen en de kosten daarvan te betalen.

Bestrijding

  1. Inventarisatie
    Voordat een bestrijdingsactie mag plaatsvinden, moet eerst (door of namens de gemeente of huiseigenaar) de omvang van de verspreiding van de Duitse kakkerlakken onderzocht worden. Zo’n onderzoek vindt plaats zowel binnen het betreffende gebouw als in de aangebouwde panden.

  2. Plan van aanpak
    Vervolgens wordt een bestrijdingsplan opgesteld. Daarin staan o.a. de volgorde van de behandeling, de toe te passen methode, de benodigde apparaten, de menskracht en de toegelaten middelen.
    Tevens staan hierin afspraken dit met de eigenaar en/of bewoners van het pand gemaakt zijn.

  3. Voorbereidingen treffen
    De schuilplaatsen van de Duitse kakkerlakken moeten goed bereikbaar zijn tijdens de bestrijding. Indien nodig, moet de huiseigenaar hiervoor maatregelen treffen. Denk aan leidingkokers, ruimten achter aanrechtkastjes, kruipruimten enz. Bewoners en/of gebruikers van het pand hebben ook een taak in het bereikbaar maken van schuilplaatsen, zoals het leegruimen van keukenkastjes.

  4. Bestrijding
    De bestrijding van Duitse kakkerlakken behoort door deskundigen te worden uitgevoerd. In de meeste gevallen bestaat de bestrijding uit een plaatselijke behandeling van alle mogelijke schuilplaatsen en de directe omgeving ervan. Namen van bedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
    Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.

    De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide (= bestrijdingsmiddel) vermeld staan. Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen: www.ctgb.nl

  5. Nazorg
    Enkele weken (afhankelijk van de gekozen behandelingsmethode) na de eerste behandeling, zal door een deskundige een controle worden uitgevoerd. Dan wordt vastgesteld of nabehandeling nodig is. Blijf echter alert op Duitse kakkerlakken en, mocht u ze signaleren, meld dit dan aan de eigenaar van het gebouw of de woning. Nadat de bestrijdingsactie is uitgevoerd, kunnen op kwetsbare plaatsen, zoals bij levensmiddelenbedrijven en dergelijke, kakkerlakkeninfiltraties worden gesignaleerd met behulp van lijmvallen.

Chemisch afval

Resten van biociden en lege ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.

Advies

Mocht de bestrijdingsactie uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.