Zijdebijen (Colletes spp.)
Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Apidae (bijen en hommels)
Er komen 9 soorten zijdebijen voor in Nederland. Zijdebijen nestelen zich in de grond, de echte zomersoorten houden van steile leem- of zandwandjes. Een uitzondering is de grote zijdebij (Colletes cumicularius L.), deze nestelt in wilgen. De nestingangen worden bekleed met verhard slijm dat in een vochtige omgeving troebel wit wordt, waardoor het een zijden reflectie geeft: vandaar de naam zijdebijen.
Uiterlijk
Er zijn zijdebijensoorten van 8 tot 9 millimeter, maar ook soorten die 13 tot 15 millimeter lang worden. Op het achterlijf van de zijdebij bevinden zich dichte witte haarbanden. Het stuifmeel wordt bij zijdebijen meegedragen op de achterpoten.
Ontwikkeling en leefwijze
Afhankelijk van de soort zijdebij is de vliegtijd van maart tot augustus. De zijdebij graaft gangen tot 5 centimeter diepte, min of meer horizontaal de grond in, maar soms ook met vertakte nestgangen. De zijdebijen kunnen soms wel met zijn duizenden op een klein gebied bij elkaar zitten, met ieder een eigen nestingang.
Schade
De zijdebij wormkruidbij (Colletes daviesanus Smith, F.) kan flink schade toebrengen aan uit zandsteen gemetselde muren.
Bestrijding
Een chemische bestrijding van zijdebijen is zelden nodig en wordt daarom in principe ook afgeraden. Alleen in een uitzonderingsgeval kunnen de uitvliegopeningen bestreden worden met een poedervormig insecticide (=bestrijdingsmiddel voor insecten).
Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een insecticide wilt checken, kunt u de Toelatingenbank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.
Namen van bedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.